1 Koningen 2:39
Statenvertaling
Doch het geschiedde met het einde van drie jaren, dat twee knechten van Simeï wegliepen tot Achis, den zoon van Máächa, den koning van Gath; en men gaf het Simeï te kennen, zeggende: Zie, uw knechten zijn in Gath.
Herziene Statenvertaling*
Maar na verloop van drie jaar gebeurde het dat twee slaven van Simeï wegliepen, naar Achis, de zoon van Maächa, de koning van Gath. En men vertelde Simeï: Zie, uw slaven zijn in Gath.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Na verloop van drie jaren liepen twee slaven van Simi weg naar Akis, de zoon van Maaka, de koning van Gat, en men deelde Simi mee: Zie, uw slaven zijn te Gat.
King James Version + Strongnumbers
And it came to pass H1961 at the end H4480 - H7093 of three H7969 years, H8141 that two H8147 of the servants H5650 of Shimei H8096 ran away H1272 unto H413 Achish H397 son H1121 of Maachah H4601 king H4428 of Gath. H1661 And they told H5046 Shimei, H8096 saying, H559 Behold, H2009 thy servants H5650 be in Gath. H1661
Updated King James Version
And it came to pass at the end of three years, that two of the servants of Shimei ran away unto Achish son of Maachah king of Gath. And they told Shimei, saying, Behold, your servants be in Gath.
Gerelateerde verzen
1 Samuël 21:10 | 1 Samuël 27:2 - 1 Samuël 27:3